Heiligschennis - chilul kodesh חלוּל קדשׁ of de toeëigening van iets dat gewijd is aan God en wat behoort aan zijn Tempel.

Omkoping - shochad שׁחד  of aannemen van steekpenningen van afhankelijken, achtergestelden of beklaagden, bevordering van mensen die niet wenselijk zijn voor promotie voor hebzuchtige redenen, pleiten voor, bescherming en vrijspraak van een schuldig persoon voor hebzuchtige redenen en de beschuldiging en bestraffing van een onschuldig persoon voor hebzuchtige redenen.

Parasitisme - melechet remija atslut   מלאכת רמיה עצלוּתof ontvangen van salaris of loon voor diensten of werk dat niet gedaan is, het betekent feitelijk dat het salaris of loon is gestolen. Als iemand die kan werken om zijn brood te verdienen op de kosten van iemand anders leeft, of klakkeloos leeft van liefdadigheid of van staatsgeld.

Afpersing - neshech נשׁך of inning van schulden of andere vorderingen op een illegale of gewelddadige wijze, misbruik van iemand anders zijn werk of bezit voor eigen voordeel, zoals wanneer een schuldeiser een schuldenaar belast met woekerrente, als iemand mensen die afhankelijk van hem zijn dwingt tot overmatig hard werken of onevenredige belastingen, huren of lasten.

Vraag: Wat gebiedt het achtste gebod ons verder nog?

Antwoord:

Niet hebzuchtig te zijn - shinat betsa שׂנאת בּצﬠ

Van de waarheid te houden - ahawat haemet אהבת האמת

Eerlijkheid - mishpat tsedek משׁפּט צדק

Inspannende nakoming van plichten en ijver

- asot beemuna weahawat hamelacha עשׂוֹת בּאמוּנה ואהבתה המלאכה

De verzen van de Heilige Schrift die het achtste gebod ondersteunen:

Je zult niet stelen; noch zul je valselijk handelen, noch liegen tegen elkaar.
En je zult niet valselijk zweren bij Mijn naam, waardoor je de naam van je God zou ontheiligen: Ik ben de Eeuwige.
Je zult je buurman niet onderdrukken, noch hem bestelen; het loon van een dagloner zal niet de hele nacht bij je verblijven tot de ochtend. (3M 19:11-13)

Je zult geen ongerechtigheid doen in oordeel, in lengtemaat, in gewicht of in maten. Juiste weegschalen, juiste gewichten, een juist efa en een juiste hin zul je hebben: Ik ben de Eeuwige je God, die je uit het land Egypte heeft gebracht. (3M 19:35-36)

Je zult geen oordeel verdraaien; wees niet partijdig en je zult geen omkoping aannemen; want omkoping verblindt de ogen van de wijzen en verdraait de woorden van de rechtvaardigen. (5M 16:19)

Je mag je broeder geen rente laten betalen: rente in geld of rente in proviand, rente in welke vorm dan ook. (5M 23:20)