Jdi na obsah Jdi na menu
 


Over het berouw/de inkeer

Teshuvah  תְּשׁוּבָה

De mens is een redelijk wezen en een schepping, verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Hij/zij moet constant de eigen daden afwegen en erover nadenken. Als het op een dag gebeurt dat een persoon afvallig wordt van het ware geloof, dan heeft hij/zij de gelegenheid zich te bevrijden van zijn/haar fout. De weg van verzoening is de terugkeer Teshuvah תְּשׁוּבָה, dat betekent bewustzijn van een fout en bekentenis van een fout. Maar bekentenis van een enkele fout is niet voldoende, men moet streven om het gedrag helemaal te verbeteren - berouw tonen voor God voor elk kwaad, ongerechtigheid of schade, door gebed en door goed gedrag en goede daden. De Heilige Schrift informeert ons dat een mens die oprecht berouw toont, door God genadig vergeven wordt kapara כַּפָּרָה en dat Hij zijn/haar zonden niet meer herinnert.

Het bovenstaande is bevestigd in de Heilige Schrift door de volgende verzen:

Iemand die goddeloos leefde maar dat niet langer doet, Mij trouw is en het goede doet, zal in leven blijven.
Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker blijven leven en niet hoeven sterven
. (Eze 18:27-28)

Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien.
Laat hij terugkeren naar de Eeuwige, Die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, Die hem ruimhartig zal vergeven
. (Jes. 55:7)

Roep tegen het noorden: Kom terug, ontrouw Jisraël - spreekt de Eeuwige, dan zal Ik mijn woede laten varen, want Ik ben vol genade, niet eeuwig duurt mijn toorn - spreekt de Eeuwige. (Jer 3:12)

Zonden worden toegedekt door liefde en trouw, wie ontzag heeft voor de Eeuwige mijdt het kwaad. (Spr 16:6)

Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving. (Spr 28:13)